Wil je de nieuwste inspiratie ontvangen? Meld je aan via de volgende link: https://psychologieintheater.activehosted.com/f/5
Je leest het goed. Die ‘voortdurende’ roep. Want zo voelt het. Roepen, schreeuwen, gillen. Het neemt zoveel verschillende vormen aan. Maar ze hebben allemaal iets met elkaar gemeen: we worden er vaak gek van.
Zo kreeg ik onlangs een berichtje van een naaste: ‘Mijn schoonzus zingt de hele dag door hetzelfde deuntje. We vragen haar te stoppen, maar dit helpt niet. Ze willen nu medicatie geven, maar daar word je toch suf van?’
Ik word daar blij van. Als iemand hulp zoekt en kritisch blijft op medicatie. Zeker wanneer je er bij navragen achter komt dat er nog niets anders is geprobeerd. Niets anders dan een appèl op het ‘gezonde verstand’: ‘Wilt u ermee stoppen?’
De mens met dementie probeert iets met jou te communiceren. Er is een onvervulde behoefte. Maar de moeilijkheid is dat hij of zij vaak niet weet wat dat is. Hoe dit kan?
Doordat niet alleen het geheugen is aangetast, maar ook het contact tussen lichaam en geest. Ofwel, mensen kunnen hun eigen interne sensaties niet meer duiden. Ze voelen van alles, maar kunnen het niet ‘vertalen’. Of ze honger hebben, of dorst, of pijn… Ze kunnen het niet als zodanig duiden en benoemen.
Wat ze wel weten, is dat ze iemand nodig hebben. En die iemand, dat ben jij. Want jij hebt hen vaker geholpen. Dat weten ze.
En dus is het aan jou om uit te zoeken wat er aan de hand is.
Als een detective. Door allereerst de vijf fysieke oorzaken van onrust langs te gaan. Ik zal ze hieronder uiteenzetten.
1) Mensen hebben honger of dorst;
2) Mensen hebben teveel- of te weinig energie;
3) Mensen moeten poepen of plassen;
4) Mensen voelen zich niet comfortabel: het is te koud, te warm, de stoel zit niet lekker, de trui kriebelt, er zijn teveel prikkels, te weinig prikkels, de kaas smaakt niet, de ruimte stinkt etc. etc. etc. (deze lijst is eindeloos);
5) Mensen hebben pijn
Punten 1 t/m 3 zijn vrij eenvoudig vast te stellen . Je brengt mensen naar het toilet. Je bestudeert hun gelaat en looppatroon (tekenen van vermoeidheid?) en je geeft ze wat te drinken en/of eten.
Bij punt 4 (niet comfortabel) wordt het ingewikkeld. Want als de waslijst van mogelijke oorzaken eindeloos is, waar moet je dan beginnen?
Als er sprake is van roepgedrag, onderzoek ik eerst of er sprake is van over- of onderprikkeling.
Ik begin met de vraag: sluit het huidig prikkelaanbod aan bij de behoefte?
THEATERSHOWS DAG MAMA 1 & 2 - SAMEN HET BÉSTE GEVEN
Soms zie je namelijk dat mensen gaan roepen uit onderprikkeling. Ze gaan zelf prikkels maken om te voelen dat ze nog ‘bestaan’. Zodat ze weer trillingen voelen in hun lichaam. En hun mond sensaties krijgt. Door woorden en klanken te uiten. En hun oren weer input krijgen. Prikkels. Er is geluid.
In deze gevallen kan het zeer zinvol zijn om actief sensaties te bieden. Zodat de noodzaak van het roepen wordt verminderd.
Denk aan een koptelefoon met muziek. Een vibrerend kussen in de handen. Een verwarmde pittenzak uit de magnetron. Een handmassage. Een geursteamer die de olfactorische zintuigen prikkelt. Een verzwaarde deken voor meer lichaamsbeleving (proprioceptische input). Een stukje wandelen waardoor de wereld letterlijk weer in beweging komt. Zelfs een lolly kan uitkomst bieden, om de mond weer te prikkelen. Zodat mensen minder hoeven te zingen (let dan wel op stikgevaar).
Ik wil graag benadrukken dat wij enorm communicatieve wezens zijn. We communiceren voortdurend met elkaar. Mensen met dementie moeten dit steeds meer missen. Met name degenen die ‘wegzakken’ in de verzonken fase.
Door hardop te praten (en roepen) voeren ze als het ware een gesprek met zichzelf. Daarom adviseer ik familieleden en verzorgenden bij onderprikkeling te allen tijde te blijven praten. Het maakt niet uit waarover. Vertel over je weekend. Over je huwelijksproblemen. Over de kat die diarree heeft. Over de kinderen die studeren. Over je ingegroeide grote teennagel. Zolang je maar praat. En verwacht niks terug. Het voelt in het begin ongemakkelijk, maar dit gevoel verdwijnt al snel. Je zult het waarschijnlijk gaan waarderen!
Is er sprake van overprikkeling, dan kunnen mensen gaan zingen in een poging om de prikkels te overstemmen. Het is eigenlijk een poging om de prikkels uit de omgeving weg te ‘drukken’. Hoe tegenstrijdig dit ook klinkt.
Kijk, wij verlenen voortdurend een zekere betekenis aan de prikkels die op ons afkomen: Is een prikkel onbelangrijk, stressvol, plezierig? Dit kunnen mensen met dementie op een gegeven moment niet meer. En doordat deze betekenisverlening ontbreekt, kan alles op een gegeven moment als stressvol worden ervaren. Rammelende karren, radio, tv, pratende bewoners, piepers, te veel of te druk bezoek; alles weegt mee.
Bij overprikkeling zullen wij die betekenis dus moeten verlenen voor de mens met dementie. Welke prikkel is plezierig? Welke is onplezierig en moeten we dus elimineren?
Het is prachtig om een soort ‘prikkel dieet’ op te stellen. Wat heeft deze persoon nodig aan specifieke prikkels?
Ook pijn kan roepgedrag uitlokken. Een mooie manier om dit te achterhalen is het (op proef) voorschrijven van paracetemol. Het kent weinig bijwerkingen, in tegenstelling tot ‘sederende’ medicatie, waarnaar bij roepgedrag al snel wordt gegrepen.
Maar sluit ook andere lichamelijke oorzaken uit, zoals een blaasontsteking. Vraag dus het consult van een arts.
Maar jij bent er ook nog he? Wat heb jij nodig? Er is niks zo gekmakend als iemand die de hele dag roept. Het doet enorm veel met je. Met jouw lichaam en geest. Je bloeddruk en hartslag nemen toe. Je krijgt hoofdpijnklachten en hoort de mens met dementie soms zelfs in onze slaap doordreunen! Heftig.
En daarom zeg ik: verdeel de last. En wel direct.
Als je in een team werkt, maak dan direct een schema. Wie is het komende uur (of half uur, of 2 uur) verantwoordelijk voor mevrouw Rijkers? Wie reageert er op haar? Wie is dus haar ‘buddy’?
Het voordeel van een dergelijke schema is dat de overige zorgverleners er dan even niks mee hoeven, met al dat geroep. Want telkens denken ‘moet ik hierop reageren of niet?’, kost ook bergen energie!
Ook als familie maak je een soortgelijk schema.
Roep alle betrokkenen bij elkaar en maak afspraken. Bijvoorbeeld: ‘Op woensdagmiddag ga ik naar mama. Zodat papa even weg kan. Op vrijdag ga jij.’
En last but not least. Als gedrag zó belastend is, lijkt het wel alsof het eeuwig en altijd optreedt. Maar is dit eigenlijk wel zo?
Door een kleurenschema op te stellen, kan je gedurende 7 dagen, per uur met een kleur aangeven of het roepgedrag aanwezig is en hoe erg (Rood: niet te beïnvloeden, aanhoudend; Oranje: wisselend aanwezig, nog wel wat te beïnvloeden. Groen: afwezig).
Soms moeten we constateren dat het minder ernstig is dan we dachten. Dit kan vaak al wat lucht scheppen.
Ervaar in het theater wat dementie met jouw naaste of cliënt doet. En wij beloven je dat jouw omgang met dementie niet meer hetzelfde zal zijn.
Dag Mama is de veelgeprezen muziektheatershow over omgaan met dementie.
Je krijgt de krachtigste omgangsmethodiek in handen voor de mooiste momenten samen. Want er is nog zoveel mogelijk! Ontdek het nu in het theater. Herkenbaar, ontroerend en levensveranderend.
Dag Mama toert nog één keer door Nederland. Met wie ga jij?