We moeten nú inspelen op de emotionele crisis die zich voltrekt bij verzorgenden en verpleegkundigen in verpleeghuizen. ‘Juist de zorgverleners in het verpleeghuis lopen groot risico op het ontwikkelen van problematische rouwgevoelens’.
Als ouderenpsychologen en trauma-experts begeleiden we verzorgende teams in de ouderenzorg. We maken ons veel zorgen over de effecten van de Corona crisis op de mentale gemoedstoestand van verzorgenden. Verzorgenden in het verpleeghuis ontwikkelen vaak een diep emotionele band met hun bewoners. Naarmate de dementie vordert, wordt van de verzorgenden steeds meer nabijheid verlangd. Dit resulteert vaak in een diepe genegenheid, een intens houden- van, dat soms zelfs kan worden vergeleken met de liefde voor een zus of een moeder. Het komt geregeld voor dat een verzorgende weken na een overlijden plots in huilen uitbarst en met weemoed terugdenkt aan een cliënt. Nu verzorgenden in hoog tempo hun bewoners verliezen, en de emotionele belasting zich hiermee sterk opstapelt, raken velen in een emotionele crisis verzeild.
Temeer daar verzorgenden helaas nog te vaak worden gezien als ‘handen aan het bed’: er wordt gewassen, gepoetst, gekleed en schoongemaakt. Hierdoor wordt de intensiteit van het verdriet na een overlijden vaak niet erkend. Dit wordt nog eens verder versterkt door de manier waarop we met de dood omgaan in het verpleeghuis. Wanneer een bewoner komt te overlijden, wordt hij afgezonderd van de medebewoners, om na zijn overlijden het verpleeghuis vaak via de achterkant te verlaten. Hierna wordt zijn kamer binnen drie tot zeven dagen aan een andere cliënt toegewezen. Het business model van het verpleeghuis (leeg bed opvullen; poppetje gezien, kastje dicht) staat hiermee haaks op de emoties van de zorgverlener.
Na een overlijden voelen verzorgenden enerzijds sterk de behoefte om het verdriet te uiten en hierin gesteund te worden. Anderzijds wordt men voortdurend voortgedreven door de plicht om door te gaan. Deze plicht wordt sterk gevoeld. Verzorgenden zijn dan ook geneigd hun emoties uit de weg te gaan door ontwijkende copingstategien toe te passen: verdriet weglachen, verdringen of je vooral op taken richten. Wanneer verdriet toch geuit wordt, voelen verzorgenden zich vaak veiliger bij elkaar dan bij hun organisatie. Telkens is er weer de angst om gezien te worden als té emotioneel, té betrokken en hiermee té incapabel voor het werk. Verdriet en de dood zijn helaas nog altijd een taboe in de ouderenzorg. ”We werken ermee, het ligt voortdurend op de loer, we liggen er soms wakker van, maar praten erover doen we nauwelijks’. Iets dat verder versterkt wordt door de nadruk op huiselijkheid binnen de verpleeghuizen. Dit beperkt helaas de ruimte voor de dood als gespreksonderwerp. Je ziet dan ook dat zorgorganisaties vaak weinig tot niets gestructureerd, gepland of teambreed georganiseerd hebben op het gebied van rouwverwerking. Hierdoor krijgen verzorgenden vaak geen adequate hulp, wat hen nu ten tijden van de Corona bovenmatig kwetsbaar maakt.
De dood komt nu zó abrupt en verzorgenden hebben voor hun gevoel zó weinig kunnen betekenen in de zin van nabijheid en comfort, dat we een toename van angst en depressie verwachten. Ook vrezen we dat verzorgenden zich in het vervolg emotioneel meer zullen afsluiten voor bewoners. Dit om nieuw zeer te voorkomen. Hiermee raken zorgverleners helaas ook hun identiteit kwijt. Dat waar ze goed in zijn: met heel hun hart en ziel zorgen voor kwetsbaren.
Deze Corona crisis verlaat het gebied van de normale menselijke ervaring. Vooral zorgverelners binnen de verpleeghuissector zijn niet voorbereid op massa sterfte. Op ouderen die massaal door onze handen heen glippen. Soms wel drie overlijdens per dag, acht in de week. Het raakt hen diep. Velen worstelen dan ook met gevoelens en gedachten van zelfverwijt (ik heb niet genoeg betekend), schuld (ik ben tekort geschoten), schaamte (ik ben niet van waarde), en machteloosheid (ik ben overgeleverd aan de situatie). Ook treedt er een zogenaamde ‘compassie moeheid’ op: ze kunnen het niet meer opbrengen om mee te voelen met de lijdende bewoner en hun lijden te verlichten. De spreekwoordelijke ‘rek is eruit’.
Het is belangrijk om zorgverleners bij te staan in hun rouwverwerking. Organisaties zijn momenteel druk met het leveren acute medische zorg. Hoewel er binnen sommige organisaties acuut hulplijnen zijn geopend om psychische zorg te bieden, kan dit praten helaas averechts werken. Het is belangrijk dat de psychologen en geestelijk verzorgers weten wat ze doen. Mensen werpen na een trauma een psychisch schild op. Dit is de best mogelijke manier om hiermee om te gaan. Probeer hier niet doorheen te breken en sluit aan bij datgeen mensen zelf kwijt kunnen én willen, bijvoorbeeld door te verwoorden en samen te vatten. Ga niet wroeten. Onderstaande rouwrituelen kunnen hierbij waardevol zijn. Rituelen zijn eeuwenoude gebruiken voor de verwerking van ingrijpende levensgebeurtenissen. Ze markeren het belang van de gebeurtenis, brengen de getroffenen samen, bieden ongeforceerd ruimte voor het uiten van emoties en geven er betekenis aan. Tegelijkertijd geeft het hierdoor ook de kracht om door te gaan. De gebeurtenis wordt begrenst.