Wil je de nieuwste inspiratie ontvangen? Meld je aan via de volgende link: https://psychologieintheater.activehosted.com/f/5
Of ik even langs mevrouw de Korte wil gaan. Ze woont in de Havikstraat in Utrecht en laat geen enkele zorgverlener binnen. Een maand geleden is ze na een bezoek van haar nicht met spoed overgebracht naar het ziekenhuis in verband met uitdrogingsverschijnselen en een delier.
De straat maakt zich ook ernstig zorgen. Ze woont al bijna 30 jaar in deze buurt, maar trekt zich door haar dementie steeds verder terug uit het sociale leven.
Ik parkeer mijn auto en loop de straat in. De fleurige bloemenperkjes en -bakken komen je tegemoet. Het is echt een oud Utrechts volksbuurtje. Heel gezellig. Heel nostalgisch.
Nummer 16. Daar is het. De gordijnen zitten dicht. Het is donker. De post steekt uit de voordeur en de deurbel is afgeplakt. Het ziet er desolaat uit.
Volgens haar zorgdossier is mevrouw de Korte altijd coupeerster geweest. Ze had een eigen winkeltje in het centrum van Utrecht en was een graag geziene vrouw ‘altijd in voor een babbeltje en een grapje’.
Wat mensonterend is die dementie toch. Na de jarenlange mantelzorg voor haar buurvrouw Jannie op nummer 17, moet mevrouw de Korte er nu zelf aan geloven. Triest.
Ik tik zachtjes op het raam. Aanbellen of kloppen doe ik niet. Vooral mensen die alleen wonen, geen elektronische apparaten meer bedienen, nauwelijks bezoeken ontvangen, kunnen erg angstig worden van harde en onverwachte geluiden.
Naar binnen gluren doe ik overigens ook niet. Ik zie het veel collega’s doen. Maar ook dit kan veel angst inboezemen. We realiseren soms onvoldoende wat ons gedrag bij anderen teweegbrengt. Ik moet er toch ook niet aan denken dat iemand bij mij naar binnen staart. Doodeng.
‘Je kunt het beste achterom lopen. De tuindeur staat open.’ zegt een alleraardigste buurvrouw van middelbare leeftijd. ‘Ik denk niet dat ze open doet, maar je kunt het altijd proberen.’
Via een smal steegje loop ik langs een aantal achtertuintjes tot ik de tuindeur van mevrouw de Korte tegenkom. Het staat op een kier.
Ik loop naar binnen. Overal waar ik kijk zie ik verdorde planten staan. Het gras staat hoog en haar oude fietsenschuurtje staat op instorten. Voor het keukenraam staat mevrouw de Korte. Ze staart wat voor zich uit en dan naar mij.
Ik zeg niks, maar steek mijn hand op en ga op mijn billen zitten. Op het tuinpad. Vlakbij de deur. Ik maak mezelf heel bewust klein.
Ik lees vaak terug dat mensen geadviseerd worden om contact te maken op gelijke ooghoogte. Mijn ervaring is dat ook dit erg confronterend kan zijn. Ik probeer waar mogelijk mezelf onder gelijke ooghoogte op te stellen. Mezelf echt klein te maken. Een veilige prikkel te worden.
Mevrouw de Korte klopt op het raam en maakt een ‘wegwuifbeweging’. Ik blijf zitten en kijk even naar de grond. Ik doe mijn tas af en leg ook deze op de grond. En toon mijn handen. Leeg. Zo kan ze alles goed bekijken. Ik zorg ervoor dat mijn attributen geen angst of achterdocht inboezemen.
‘Mevrouw de Korte? Ik zit hier bij u in de tuin. Ik heb u nooit eerder gezien en u heeft mij ook nooit eerder gezien’. Door dit expliciet te benoemen, wil ik haar duidelijk maken dat ze mij niet is vergeten. Maar gewoonweg niet eerder gezien heeft. Dat dit klopt.
THEATERSHOWS DAG MAMA 1 & 2 - SAMEN HET BÉSTE GEVEN
‘Ik ben hier omdat ik u heel graag om een gunst wil vragen.’ Ik benoem expliciet NIET dat ik ‘de psycholoog’ ben. Ofwel, de zoveelste hulpverlener. Die in haar beleving enkel geweerd moet worden. We weten vaak ook niet hoe het contact met andere hulpverleners is. Hoe goed hun omgangsvaardigheden zijn. Je wilt jezelf dus niet bij voorbaat tot deze groep scharen. Het kan leiden tot achterdocht of zelfs agressie.
‘Ik heb niks nodig!’ roept mevrouw de Korte door het raam.
‘Dat weet ik. U kunt het allemaal heel goed zelf. Daar staat u om bekend. Maar ik heb zelf hulp nodig! En men zegt dat ik bij u moet zijn hiervoor. Want u kunt heel erg goed naaien. En ik heb een groot probleem.’
Mevrouw de Korte lijkt verrast door deze insteek. Geïntrigeerd. Het is dan ook al lang geleden dat ze dit gehoord heeft.
Wat ziet ze er toch verloren uit. Haar haren door de war. Een verkreukelde oude blouse aan. Die zorgelijke rimpels in dat voorhoofd. Totaal verloren.
‘Ik doe even mijn tas open.’ En pak er een sok uit. ‘Ziet u deze sok? Er zit een groot gat in en die moet gemaakt worden.’
‘Dat vraag je maar ergens anders!’
‘Niemand kan dit zoals u, heb ik gehoord. En ik wil enkel het beste. Hier heb ik naald en draad. Wilt u alsjeblieft helpen.’
Mevrouw de Korte kijkt naar de grond en dan nog een keer naar mij.
‘Ik kom een stukje dichter naar het raam, dan kunt u het zien.’
‘Dat ziet er niet uit.’
‘Ja dat zeg ik. Afschuwelijk. Ik zit er echt mee. Hoe dit verder moet.’
Mevrouw de Korte zucht. ‘Heel even dan! Maar u komt niet binnen!’
‘Nee ik blijf hier zitten. Mag ik op die tuinstoel zitten?’
‘Heel even maar! Geef die sok hier.’
Mevrouw de Korte draait de deur van het slot en ik geef snel de sok.
‘Heel erg bedankt ‘
‘Ja ja. Het is al goed.’
En zo begon het. Ons contact. In de tuin. Waarbij ik bij ieder bezoekje mijn tuinstoel een stukje dichter bij de keukendeur mocht zetten. Tot de deur op die bewuste woensdagmiddag ineens openstond. En ik werd binnengevraagd voor een kopje koffie. Er waren toen al 6 sokken gerepareerd. Inmiddels woont mevrouw de Korte in verpleeghuis de Meerzicht waar ze deelneemt aan de knutselmiddagen, beautymiddagen en het breien en haken. En ik, ik mis het soms. Onze momenten in de tuin. Het winnen van haar vertrouwen. De leuke gesprekjes over haar winkeltje in Utrecht.
Het gaat je goed mevrouw de Korte.
Ervaar in het theater wat dementie met jouw naaste of cliënt doet. En wij beloven je dat jouw omgang met dementie niet meer hetzelfde zal zijn.
Dag Mama is de veelgeprezen muziektheatershow over omgaan met dementie.
Je krijgt de krachtigste omgangsmethodiek in handen voor de mooiste momenten samen. Want er is nog zoveel mogelijk! Ontdek het nu in het theater. Herkenbaar, ontroerend en levensveranderend.
Dag Mama toert nog één keer door Nederland. Met wie ga jij?