Sarah Blom ontwikkelde haar indrukwekkende muziektheatershow DAG MAMA, die inmiddels al meer dan 300.000 mensen heeft mogen helpen in het omgaan met dementie. Eerder schreef ze ook een bestseller vol tips over omgaan met dementie ‘JIJ bent toch mijn dochter. Dit boek over omgaan met dementie heeft vele harten mogen raken met kennis en inzichten. Beleef het ook: DAG MAMA, indrukwekkende muziektheatershow over omgaan met dementie.
Daar zit hij, in de hoek van de woonkamer.
Tussen de Action schilderijtjes en voor het geriatrische bloemetjesbehang, meneer Kniezeer.
Vlekken op zijn broek, zijn haar door de war. Vanuit zijn mondhoek sijpelt wat kwijl op een oude trui.
Met zijn rechterhand probeert hij zijn mond schoon te vegen. Tevergeefs. Zijn hand valt op zijn schoot.
Het is een opvallende verschijning, meneer Kniezeer.
Sinds zijn komst in januari houdt hij de gemoederen flink bezig
‘ik mag het eigenlijk niet zeggen, ik weet het, echt, maar ik vind hem vies, zo sprak Chantal in het laatste omgangsoverleg. Als ik mij omdraai, probeert ie in mijn kont te knijpen!’
Hij vroeg laatst of ik zijn dingetje wilde vasthouden tijdens het wassen, vult Brenda aan.
De verzorgenden van afdeling ‘Zeldenlust’ kijken elkaar aan. Ze zitten op het puntje van hun stoel. Gespannen. Blikken worden uitgewisseld, instemmende knikjes en dan valt het onvermijdelijke oordeel. Chantal spreekt: ‘hij hoort hier niet. Het hoge woord is eruit. Verzorgenden zakken terug in de stoel. Het is duidelijk. Meneer Kniezeer mist het allemaal: charme, tact… ‘de X factor’.
Het is twaalf uur in de middag wanneer ik de afdeling een bezoekje breng. Het is druk op de huiskamer. Lunchtijd. Meneer Bruinsma trekt aan het tafelkleed, verzorgende Chantal rolt met haastige spoed bewoners de huiskamer binnen, terwijl mevrouw Fortuin uit volle borst de maat aangeeft ‘van voor naar achter, van links naar rechts, van voor naar achter, van links naar rechts, van voor…
Aan het hoofd van de tafel lijkt mw. Korbijn te zijn blijven hangen in de melodie.
Ze helt voorover in haar rolstoel en wijst druk gebarend naar de grond ‘hehehe!’.
Mw. Korbijn, doe eens rustig, roept Brenda vanuit de keuken, er proberen mensen te eten!’
Helaas, niemand die het ziet. Haar lepel ligt op de grond. Ze kan er niet bij.
Over ongeveer 2 minuten zal haar soep na slechts 4 happen worden afgevoerd naar de keuken, waarna Kniezeer net als iedere andere dag als laatste zijn maaltijd krijgt aangereikt.
Lichtelijk gespannen loopt Brenda op hem af, ze wil niet. Een gevoel dat meneer Kniezeer totaal niet herkent ‘Dag lekker hapje van mij, kom is hier, heb je wat lekkers voor mij? Kom is hier, schatteke’
Brenda antwoordt niet, zet de warme maaltijd neer en draait zich om. Meneer Kniezeer, meer zin in kadetjes, steekt zijn hand uit om nog even zijn beruchte aai over haar billen te geven.
Brenda draait zich om ‘Meneer Kniezeer, bent u helemaal gek geworden?! Afblijven, nu!’
Met ferme pas loopt ze terug naar het hoofdkwartier, de keuken.
‘Hij heeft weer aan mij gezeten, dit kan zo niet langer’.
Collega Chantal, een en al begrip, werpt een kwade blik de woonkamer in, richting Kniezeer.
Die inmiddels alweer nietsvermoedend is begonnen aan zijn laatste kippendijtje.
‘Hij kan niet bij de groep zitten met zijn ongepaste opmerkingen. Laatst wreef hij over zijn hand over zijn broek, vlakbij zijn penis. En die geur, hij ruikt zo sterk. Die urinelucht’
Het is inmiddels zijn vertrouwde plekje geworden, aan de rand van de huiskamer.
Hier ziet hij ze allemaal binnenkomen; een dochter, echtgenoot, teamleider..
Telkens lichten zijn kleine kraalogen op: ‘he, wijffie, hier! Op het schootje van Kniezeer’.
Dementie in Theater
DAG MAMA 1 & 2
Maar bijna allemaal voegen ze zich bij de medebewoners aan de grote tafel. Voor dat ene spelletje, een warme hand of die ene doodsimpele vraag ‘’hoe gaat het met je?’ Het benaderingsadvies van meneer Kniezeer is nu eenmaal kort en krachtig: ‘negeer ongewenst gedrag’.
Kniezeer slaat zijn blik naar beneden. Even kijkt hij naar links. Hij is niet alleen vandaag, meneer Brugman is ook weer van de partij. Samen vormen ze de randgevallen van de huiskamer.
Ik stap op uit mijn stoel en loop naar de toegangsdeur. Ik voel de ogen van Kniezeer in mijn rug.
Hij volgt iedere pas; één links, één recht, twee naar voren.
In de deuropening blijf ik staan. Langzaam draai ik mij om en kijk hem diep in de ogen aan.
Even is er geen mevrouw Korbijn, verzorgende Chantal of mevrouw Fortuin die zingt uit volle borst.
Kniezeer beantwoordt mijn blik. Er gebeurt niks en dan na zo’n tien seconden begint hij te lachen. Speeksel sijpelt langs zijn mondhoek naar beneden.
Ik steek mijn hand op, houd hem even in de lucht en begin langzaam te zwaaien.
Hij probeert terug te zwaaien, het lukt niet. En dus blijf ik even zwaaien voor ons beiden.
Kniezeer kijkt trots naar Brugman, hij ziet het niet. Hij slaapt.
Ik loop op hem af en zak schuin voor hem door mijn knieën. Ik houd mijn hand uitgestoken, meteen grijpt hij mij vast. Ik pak een doek uit mijn zak en dep het speeksel in zijn mondhoek. Zacht begin ik te zingen, Kniezeer zingt met mijn mee: ‘ik zag twee beren broodjes smeren, oh… Steeds iets harder en sneller. Aan de eettafel staakt Mevrouw Fortuin haar wijs ‘van voor naar acht….’ en valt in ‘Oh het was een wonder’. Meneer Kniezeer knijpt in mijn hand, ik knijp zachtjes terug.
In de keuken spoelt Brenda ondertussen ijverig de soepkommen af ‘Het is toch duidelijk meer iemand voor de psychiatrie’. ‘Ik zie familie ook wel kijken hoor, zegt Chantal terwijl ze de medicijnen aftekent. Brenda ruimt de vaatwasser in: ‘heb je dat plan al gelezen van de activiteitenbegeleider, we moeten hem activeren’. ‘Activeren? Bedoelt ze niet deactiveren? Hij heeft activiteit genoeg, vult Brenda aan.
Ze schateren het uit in de keuken.
Meneer Kniezeer kijkt even op en dan naar mij.
‘Ga je mee?’, vraag ik gebarend. Met Kniezeer aan mijn rechterarm loop ik de gang op.
We schuifelen langs het appartement van meneer Koster en mevrouw de Bruin.
Voor zijn deur blijft hij staan. Hierheen? vraagt hij wat onzeker. Ik knik.
Kniezeer trekt mij naar binnen. Een sterke verzuurde urinelucht komt mij tegemoet.
Hij kijkt mij aan, ik geef geen krimp. Mijn ogen glijden af naar zijn muren.
Werkelijk zijn hele kamer is behangen met posters. Posters van poezen in alle soorten en maten. Kittens, rode katers, poezen op stenen muurtjes, in mandjes. ‘Lieve poesjes’ zegt Kniezeer trots. ‘Hele lieve Poesjes’ antwoord ik en loop ze allemaal langs met Kniezeer in mijn kielzog.
‘Mag ik hier zitten?’ wijs ik naar een stoel. ‘Ja schatje, graag wijffie’.
Ik schuif een stapeltje papiertjes opzij en neem plaats.
‘Je bent een mooi meissie’, wil je even hier aan… ’. Hij wijst naar zijn gulp. ‘Ach meneer Kniezeer, ik krijg thuis alleen maar klachten dat ik het niet goed doe, ik begin er niet meer aan, nee, mij niet gezien’ antwoord ik terwijl ik mijn armen verontschuldigend in de lucht houd.
Ik wijs direct naar een poes op de muur. Heeft ze ook een naam? ‘Stien, dat is rode Stien’.
‘Stien, wat een mooie naam. En die? vraag ik. ´Bruine Bep´. En de rest?
Uiterst zorgvuldig somt Kniezeer hun namen op ‘Pluisje, dit is kleine Keet, witte Corrie, Sjaak, Truus….’
‘Het zijn uw vrienden’.
‘Ze staan altijd aan mijn deur, ze weten het’ zegt Kniezeer ondeugend.
Ze weten het, u staat altijd voor ze klaar, verwoord ik.
Kniezeer glimlacht, ´een schoteltje met melk’. Plots vertrekt zijn blik ‘ze willen het niet’
‘Wie?’ vraag ik. De anderen willen het niet, maar het zijn mijn vrienden’
En daar verandert niemand wat aan, verwoord ik´
´Ik snap het niet´
U wilt hen wel, he´ Tranen wellen op in zijn ogen, ‘ze lachen mij uit’
Ik voel een brok in mijn keel. Ik kan er moeilijk aan wennen; de eenzaamheid achter al die deuren.
Ik pak zijn hand stevig vast en wrijf erover ‘ik ben blij dat ik bij u ben en bij Truus en rode ….
Ik wijs naar de olijke rode kater aan de wand.. ‘Stien, vult Kniezeer mij aan.
Vanaf die bewuste dag zou ik meneer Kniezeer en zijn poezenvrienden iedere week bezoeken.
De ene keer nam ik plaatjes mee van poezen, de andere keer las ik hem voor uit een boek.
En soms nam ik dossiers mee om rapporten bij de heer Kniezeer bij te werken.
Met regelmaat deed Kniezeer mij een oneervol voorstel, maar na een tijdje heb ik hem met succes kunnen overtuigen van mijn geringe prestatievermogen op dit vlak en zo doofde de vraag uit.
Vandaag precies een week geleden stond ik met een cadeau voor zijn deur. Waarschijnlijk een van de weinige keren dat Kniezeer ooit een cadeau ontving.
Ik klopte aan en legde het op zijn bed.
Hij bleef er wel een minuut naar kijken. ‘Maak maar open´.
Langzaam verscheen er een staart, vier poten en een kopje. ´Dat is Griet´.
Sinds precies een week vergezelt Griet de snoezelpoes meneer Kniezeer aan de rand van de huiskamer.
Meneer Kniezeer, het is een van de meest bijzondere mensen die ik mocht begeleiden tijdens mijn werk.
Geboren in Arnhem. Op vijfjarige leeftijd met zijn twee broertjes en zusje uit huis geplaatst.
Zijn moeder was prostitué, zijn vader aan de drank. Van pleeggezin naar pleeggezin. Later opgevangen door het Rode Kruis. En uiteindelijk via de gemeente in een sociale huurwoning gezet. Kniezeer vraagt niet veel. Eigenlijk heeft hij zijn hele leven maar één grote wens gehad – ergens bij horen. Net als de poezen uit zijn buurt. En zo ontstond er een bijzondere band tussen de buurtkatten en meneer Kniezeer. Dagelijks een schoteltje warme melk en hij was verzekerd van bezoek.
De kinderen in de buurt lachten hem uit, het is dan ook een viezige man om te zien.
Zijn straatgenoten keken niet naar hem om. Dit patroon heeft zich geruisloos voortgezet in het verpleeghuis. Met een mens met vergeetachtigheid, urineverlies en verminderd spraakvermogen kunnen we omgaan. Het is vertrouwd, overzichtelijk. Maar Kniezeer met zijn oneerbare seksuele voorstellen en sterke urinelucht stoot ons. De persoon die ons wellicht het hardste nodig heeft stoot ons af.
Het was duidelijk wat mij te doen stond. De heer Kniezeer het huis bieden dat hij waarschijnlijk nooit gekend heeft. Voor het te laat is. Er volgden precies drie omgangsoverleggen met het team. Met respect voor ieders grenzen en gevoelens zijn we erin geslaagd een menswaardig omgangsadvies op te stellen.
N.B. Meneer Kniezeer was binnen korte tijd verworden tot een ‘mythe’ op afdeling Zeldenlust.
Verzorgenden brachten elkaar voortdurend op de hoogte van zijn onhebbelijkheden en ongepaste gedrag.
Binnen twee weken kende vrijwel niemand Kniezeer nog, alleen het beeld dat rondom hem is gecreëerd.
Deze negatieve beeldvorming leidde ertoe dat meneer Kniezeer werd genegeerd, afgestraft en vermeden. Verwaarlozing ligt hierbij voortdurend op de loer. Ik wil u vragen; pas alsjeblieft op met het creëren van een mythe. Het leidt tot veel eenzaamheid en verdriet achter de verpleeghuisdeur.
En ontneemt ons de kans om met mensen als meneer Kniezeer om te gaan.
Sarah Blom, Ouderenpsycholoog
Ervaar in het theater wat dementie met jouw naaste of cliënt doet. En wij beloven je dat jouw omgang met dementie niet meer hetzelfde zal zijn.
Dag Mama is de veelgeprezen muziektheatershow over omgaan met dementie.
Je krijgt de krachtigste omgangsmethodiek in handen voor de mooiste momenten samen. Want er is nog zoveel mogelijk! Ontdek het nu in het theater. Herkenbaar, ontroerend en levensveranderend.
Dag Mama toert nog één keer door Nederland. Met wie ga jij?