Goede vraag! Het onderwerp kent vele facetten, die even uitgezocht moeten worden. Het is ten eerste belangrijk om erachter te komen waaróm iemand naar die persoon vraagt. Als je lijdt aan dementie, verlies je steeds meer grip op de werkelijkheid en zoek je houvast. Dat kun je vinden in het verzamelen van spullen, maar het kan ook gebeuren dat iemand dan teruggrijpt naar personen die vroeger geborgenheid en veiligheid gaven. Zoals vader, moeder, of een partner. Dat verlangen naar die persoon en de geborgenheid die deze persoon gaf, kan zo groot zijn, dat het de werkelijkheid overschreeuwt. De cliënt kan dan echt denken dat diegene nog leeft.
Dan is het belangrijk de persoon op dat moment op een andere manier veilig te laten voelen, zodat ze vader, moeder of de overleden partner minder nodig hebben. Je moet proberen het gemis te compenseren door zelf ‘een goed genoeg ouder te worden’. Sla een arm om iemand heen, houd iemands gezicht liefdevol vast tussen je handen en maak ronddraaiende cirkels met je duimen over iemands jukbeenderen, zoals moeder dit vroeger deed. Geef iemand een beker warme melk, een warme kruik in bed, stop iemand stevig in bij het naar bed gaan, geef iemand een kus op het voorhoofd.
Het mooie is dat je soms zelf aan iemand kunt vragen wat hij nodig heeft. Mensen kunnen met het toepassen van de juiste gesprekstechnieken én de juiste technieken gericht op verhogen van de lichaamsbeleving én de juiste vragen (een klein voorbeeld: de vraag naar uitzonderingen) hier soms wonderbaarlijk goed antwoord op geven.
Zo sprak ik laatst meneer Jansen. Hij gaf aan zich niet goed te voelen, eenzaam.