De verpleeghuizen zijn op slot. Beveiliging staat aan de poort. Geen dochter, zoon of echtgenoot mag het huis nog in. Geen hulp bij het eten en drinken of die vertrouwde kus van dochter op het voorhoofd voor het slapen gaan. De meest kwetsbaren van onze samenleving worden afgezonderd van de buitenwereld, losgesneden van bijna al het vertrouwde om hen heen om een Corona besmetting te voorkomen. De maatregel is ingrijpend.
Temeer als je je bedenkt dat tijdelijke krachten, leerlingen, stagiaires, activiteitenbegeleiders, verzorgenden en structureel vrijwilligers nog met bewoners in contact staan. Ook een leerling of verzorgende moet na haar dienst nog even snel een boodschapje doen of haar zoon van vijf, na een dag spelen met zijn vriendjes in de speeltuin, al knuffelend op bed leggen. Het is onvermijdelijk. Dus waarom moeten specifiek de mantelzorgers het veld ruimen?
Heeft dit soms te maken met het medische denkmodel waarvan we ons al jaren proberen te ontdoen? Af van de grootschalige woonvormen, de medicatie, de Zweedse- en overige fixatiebanden. Dat was de trend. De mens centraal stellen. Niet zijn ziekte. Welzijn voorop.
Dat was onze religie, onze filosofie, onze overtuiging.
Gooien we deze diepgewortelde overtuiging niet in één klap overboord met dit bezoekverbod? Hoe hoog is de prijs die we willen betalen om een eventuele Corona besmetting te voorkomen? Kunnen we misschien een nuance aanbrengen in deze algemene maatregel?
Nu we een aantal weken verder zijn is het tijd voor een reflectie op het bezoekverbod. Op ons handelen. Iets waar we binnen de verpleeghuiszorg erg goed in zijn.
Voortdurend wegen we de belangen van onze cliënten af om zijn of haar kwaliteit van leven te waarborgen. Laten we meneer Pietersen zich bijvoorbeeld te goed doen aan al het snoepgoed en vette eten waar hij zo van geniet of moeten we hem hiertegen in bescherming nemen daar hij anderzijds zo geniet van zijn mobiliteit? Zijn vette eten leidt tot een gewichtstoename en verhoogt de kans op bedlegerigheid met eventuele doorligplekken tot gevolg. We wegen de belangen af en besluiten we dat zijn vrijheid en mobiliteit belangrijker is voor zijn kwaliteit van leven. En dus beperken we zijn voedselinname.
Goede zorg is maatwerk en jezelf voortdurend de vraag stellen: ‘wat is nu het goede om te doen voor déze patiënt in déze situatie’. Het ontbreekt op dit moment rondom het bezoekverbod.
De gevolgen voor de mens met dementie rechtvaardigen een debat. De genomen maatregelen ontnemen de mens met dementie namelijk o.a. de kans om zichzelf als mens te beleven. Haar identiteit brokkelt langzaam af. Een bezoekje van dochter laat de mens met dementie weer even moeder zijn, met alle gevoelens die hierbij horen: vreugde, vertedering, bezorgdheid en nostalgie. Het wandelingetje naar de vijver, weg van de afdeling, het lakken van de nagels, het uitje naar het verpleeghuisrestaurant, maken haar weer tot mens. Zonder dit bezoek is ze een patiënt die zorg behoeft. Hoezeer we als hulpverleners ook ons best doen, we zijn géén moeder, oma, echtgenoot of zus. We verlenen zorg in een instituut waarin wij de spelregels bepalen: wat hij eet, hoe laat hij eet, wanneer hij uit bed komt en weer naar bed gaat. Voortdurend ligt het gevaar op de loer dat onze patiënt zijn eigenheid verliest.
Dementie in Theater
DAG MAMA 1 & 2
Jarenlang hebben we een beroep gedaan op onze mantelzorgers om ons in het verpleeghuis te ondersteunen. Als zorgpartner. Familieparticipatie werd gestimuleerd zodat we de kwetsbare ‘eindjes aan elkaar konden knopen’. Dochters en zonen kwamen drie keer daags langs om moeder naar bed te brengen en van eten, drinken en medicijnen te voorzien.
Deze zorgpartners worden door het bezoekverbod gereduceerd tot bezoeker. Hen is na maanden tot jaren trouwe dienst de toegang ontzegd. Velen ervaren deze gebeurtenis als traumatisch. Alles onthutsend. En niet te verkroppen.
We moeten ons afvragen of we deze mensen niet kwijtraken in deze crisis.
Mogen en kunnen we ná de Coronacrisis nog wel rekenen op deze mantelzorgers nu hen de toegang wordt ontzegd? Zíj hebben ons geholpen bij de zorg voor hun naaste met dementie; is meer barmhartigheid niet op zijn plek? Moeten we hen als zorgpartner niet opnemen in het zorgleefplan en zo de toegang verschaffen tot hun naaste met dementie.
Organisaties waar de zorg goed is georganiseerd en een goede verstandhouding met familie bovenaan de beleidsagenda stond, slagen erin om de band met de naasten te behouden. Managers en zorgverleners beantwoorden alhier 150 mails, 100 telefoontjes en 80 apps per dag. Medewerkers worden gestimuleerd foto’s en filmpjes te delen en naasten telefonisch zoveel mogelijk te informeren. Er is contact. Er is een gevoel van saamhorigheid. Er is een gedeelde smart. Maar bij instellingen die deze slag de afgelopen jaren niet hebben gemaakt, zal deze Corona crisis bestaande problemen enkel versterken en polarisatie in de hand werken. De achterstand wordt niet meer ingehaald, de spanning zal verder oplopen en het wantrouwen groeit. Mantelzorgers werden in deze instellingen veelal geconfronteerd met ondermaatse zorg en kunnen de kwaliteit van zorg nu niet meer waarborgen met enige persoonlijke inzet. Met inventief vlieg- en stuntwerk Een traumatiserende ervaring.
De kwaliteit van zorg in verpleeghuizen loopt sterk uiteen. Sommige bestuurders zijn zeer sterke leiders met een duidelijke visie. Een visie waarvoor ze binnen de organisatie veel draagvlak hebben weten te genereren. Moeten we deze bestuurders niet de kans geven om zelf beleid te vormen op de bezoekverbod kwestie? Om het verbod waar mogelijk te versoepelen? Alhoewel ik de kans klein acht dat ze durven af te wijken. Dit zou immers inhouden dat we als maatschappij bepaalde gezondheidsrisico’s moeten accepteren. Dat we de kans op besmetting en overlijden wellicht vergroten, maar dat deze dood nu eenmaal bij het leven hoort. Ook in het verpleeghuis. Of liever gezegd, júist in het verpleeghuis.
Hier zijn we gewend te werken met de dood. We verzachten pijn en begeleiden de kwetsbaren op een waardige wijze naar hun einde. Telkens weer is daar die afweging van kwaliteit versus kwantiteit van leven. Een afweging die onze bewoners overigens zelf vaak óók al gemaakt hebben. In al hun vergankelijkheid sterven ze iedere dag beetje bij beetje. Velen berusten erin. En als het uur U is geslagen, kan men erop vertrouwen dat in de goede huizen de palliatieve zorg van zeer hoogwaardige kwaliteit is. Wanneer de maatschappij hierin berust, hoeven deze bestuurders geen angst te hebben voor een publieke veroordeling.
Mogelijk plaatsen deze bestuurders ook kanttekeningen bij de geboden veiligheid met het strikte bezoekverbod. Wanneer medewerkers zonder beschermende kleding ‘hoppen’ van cliënt naar cliënt, wat is dan nog de bijdrage van mantelzorgers bij het vergroten van het besmettingsgevaar? Is het uitsluiten van deze groep niet ook gebaseerd op schijnveiligheid? De bekende schijnveiligheid die sowieso al leeft in het verpleeghuis. We brengen onze naaste vaak naar het verpleeghuis als het thuis écht niet meer veilig is. Maar ook hier sterven mensen aan een lelijke valpartij, verstikking ten gevolge van slikproblemen of vrijwillige euthanasie door te stoppen met eten en drinken. Het verpleeghuis is in die zin gewoon een afspiegeling van de maatschappij. Niets meer en niets minder.
Er zal hard gewerkt moeten worden aan de veiligheid in het verpleeghuis. Iedereen zal het erover eens zijn dat beschermende kleding als schorten, mondkapjes en plastic handschoenen nodig zijn. Medewerkers moeten hun werk met aandacht, in het moment, kunnen uitvoeren, zonder geteisterd te worden door angsten en zorgen rondom besmetting. Met alle maatregelen zal dit ook slechts ten dele lukken – we worden allemaal in meer of mindere moment gegrepen door de collectieve angst – maar álles wat mogelijk is om rust te bieden moet worden ingezet. En voor sommigen biedt het bezoekverbod de nodige rust op de afdelingen.
Onlangs startte Tijdschrift voor Verzorgenden een peiling rondom het bezoekverbod.
Wat bleek; 80% van de 493 zorgmedewerkers pleit voor dit verbod. De voornaamste reden is het besmettingsgevaar verminderen, maar ook ervaren ze door het uitblijven van bezoek meer rust bij bewoners. Sommige verzorgenden pleiten voor de invoering van een bezoekersregeling ná de Coronatijd. Ook déze geluiden moeten gehoord worden.
Sommige bewoners getijen inderdaad goed op de rust. Dementie zorgt ervoor dat patiënten prikkels minder goed kunnen verwerken. Door het wegvallen van bezoek van vrijwilligers, behandelaren en familieleden raken deze bewoners minder overprikkeld en gestrest.
Churchill zei ooit: ‘Never waste a good crisis’.
Ofwel, laten we achteraf bekijken welke inzichten de Corona tijd ons hebben opgeleverd om de zorg voor onze kwetsbaren te verbeteren. En voor nu het debat met elkaar aangaan om de ingrijpende gevolgen van de maatregelen te bespreken. Met het oog op het welzijn van alle partijen.Een Intelligente Lockdown ligt in het verschiet.
Ervaar in het theater wat dementie met jouw naaste of cliënt doet. En wij beloven je dat jouw omgang met dementie niet meer hetzelfde zal zijn.
Dag Mama is de veelgeprezen muziektheatershow over omgaan met dementie.
Je krijgt de krachtigste omgangsmethodiek in handen voor de mooiste momenten samen. Want er is nog zoveel mogelijk! Ontdek het nu in het theater. Herkenbaar, ontroerend en levensveranderend.
Dag Mama toert nog één keer door Nederland. Met wie ga jij?